Het Algemeen Nood- en Interventieplan (ANIP) bevat de algemene richtlijnen en informatie die nodig is om het beheer van alle mogelijke noodsituaties te garanderen op het gemeentelijke grondgebied. Het is ook wel gekend als het gemeentelijk rampenplan.
Hierin staan de procedures die bij een ramp moeten gevolgd worden. Ook alle mogelijke gegevens die bij de bestrijding van een ramp kunnen nodig zijn, zijn hier in opgenomen. In een ANIP staat minimaal:
- Algemene informatie, zoals een contactenlijst van alle betrokken partners en een lijst van mogelijke risico's;
- Informatie over hoe en wanneer het noodplan een update krijgt;
- Informatie over de organisatie bij een noodsituatie:
- Wie verwittigt alle partners?
- Via welke kanalen communiceren de partners met elkaar?
- Wie is er verantwoordelijk voor informatie aan de bevolking?
- Waar zijn er onthaalcentra voor personen die niet meer naar huis kunnen omwille van de noodsituatie en wie regelt het vervoer?
- Wat moet er gebeuren na de noodsituatie, om zo snel mogelijk terug te keren naar een normale situatie?
Voor speciale risico’s kan de gemeente nog aparte noodplannen opstellen. Zo is er een mogelijkheid tot een BNIP (Bijzonder Nood- en Interventieplan). Dit BNIP vult het ANIP aan met specifieke richtlijnen voor een welbepaald risico (zoals bijvoorbeeld voor het afschakelplan energie).
Procedure
Het afkondigen van de noodplannen voorziet drie fasen. Kleinere rampen worden op lokaal gemeentelijk vlak bestreden, voor grotere rampen of wanneer verschillende gemeenten bij de ramp betrokken zijn, worden andere fasen van het rampenplan afgekondigd.
Wanneer zich een ramp of een incident voordoet, waarschuwt meestal een getuige de dienst 112. Afhankelijk van de ernst van de situatie kan er besloten worden om al dan niet een noodfase af te kondigen.
Gemeentelijke fase
De burgemeester kondigt de gemeentelijke fase van het rampenplan af. Deze fase is het laagste niveau. Wanneer er bijvoorbeeld een grote brand uitbreekt, of een zware overstroming, die geen gevaar betekent voor de bevolking van andere gemeenten, spreken we over de gemeentelijke fase. De coördinatie gebeurt hierbij door de burgemeester. Een gemeentelijk coördinatiecomité staat hem hierin bij, met onder meer de noodplanningscoördinator.
Het BNIP treed in werking als zich een zeer speciaal incident voordoet waarvoor een BNIP is opgesteld (afschakelplan, een groot risicovol evenement).
Provinciale fase
De provinciale fase wordt afgekondigd door de provinciegouverneur. Dat gebeurt wanneer een ramp in de gemeentelijke fase uit de hand loopt of wanneer een ongeval gevolgen heeft voor meer dan één gemeente.
Federale fase
Het is de minister van Binnenlandse Zaken die de federale fase afkondigt. Dat gebeurt wanneer een ramp de provinciegrenzen overstijgt of bij rampen die grote delen van het land treffen, zoals overstromingen of een epidemie. Het is ook de minister die in deze fase de leiding neemt.
Regelgeving
- Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.
- Besluit gemeenteraad 16/02/2023 - Algemeen Nood- en Interventieplan Tielt-Winge
Externe links
Contact
- Adres
- Kruisstraat 2 , 3390 Tielt-Winge
- Tel.
- 016 63 95 51
- mobiliteit@tielt-winge.be
- Website
- www.tielt-winge.be/afspraak